De lessen van Hillary Clinton

De wijze lessen van Hillary

De media hebben haar allang uitgeroepen tot de enige geloofwaardige presidentskandidaat van 2016, al heeft ze nog niet besloten mee te dingen. Haar macht en populariteit zijn namelijk groter dan ooit. Dat mag gerust verrassend heten voor een vrouw die werd bedrogen, zwart gemaakt en in 2008 een gevoelige nederlaag leed in de voorverkiezingen. Hoe doet ze dat?

Het was de zoveelste verslaggever die De Vraag stelde, de vraag die haar al miljoenen keren was gesteld: in persoon, in tijdschriften, campagnes, op Twitter. Een vraag die ze heel behendig wist te ontwijken door te wijzen op hoe moe ze was, dat ze wilde leren tuinieren of dat ze nu eindelijk eens tijd had om tv-series te kijken. Dat Hillary Clinton opeens iets zei dat zowaar léék op een antwoord, was derhalve wereldnieuws. Ja, zei ze begin april tegen een wat anonieme verslaggever op een weinig glamoureuze marketingconferentie in San Fransisco. Ja, ze dacht erover om zich, misschien, kandidaat te stellen voor de race om het presidentschap in 2016. Maar omdat Clinton nu eenmaal Clinton is, zei ze niet wanneer ze de beslissing ging nemen. Eind 2014, waarschijnlijk.

Clinton moest van ver komen met haar opmerking dat ze ‘erover nadenkt’. Kort na het debacle van 2008, de race tegen Barack Obama, zei ze zich niet nog eens kandidaat te stellen. Het was aan anderen, vond ze, om eens hun best te gaan doen. Destijds was Clinton de gebutste verliezer, anno 2014 lijkt de halve wereld te roepen om haar kandidatuur. En dat voor een vrouw die al decennia in de schijnwerpers staat, bejubeld en verguisd is, en blijkbaar nog steeds relevant is. Hoe doet ze dat eigenlijk? Hoe word je, in potentie, de machtigste vrouw van de wereld? Ofwel: wat zijn de lessen van Hillary Clinton?

I. Vind jezelf opnieuw uit

 

Het verlies van de campagne in 2008 om het kandidaatschap voor de presidentsverkiezingen laat Clinton – en haar team – beschadigd achter. Voor de zoveelste keer is zij ‘unlikable’ gebleken, hard en onbenaderbaar ten opzichte van de charismatische Barack Obama. En dus staat ze niet bepaald te trappelen als haar voormalig rivaal haar vraagt zijn minister van Buitenlandse Zaken te worden. Ze staat aanvankelijk niet bepaald te trappelen en wil liever  terug naar haar zetel in de Senaat, maar uiteindelijk zegt ze toch toe.

Het blijkt een gouden zet: van verliezer wordt ze plots de politica die in staat is over haar eigen schaduw heen te stappen, in plaats van hard blijkt ze ruimhartig. Zoals een vriendin het verwoordt in de Amerikaanse Elle. ‘Als ze terug was gegaan naar de Senaat zou ze altijd de vrouw zijn gebleven die president wilde worden, maar verloor. Ze was dat stigma nooit kwijtgeraakt.’

Clinton is als minister voor het eerst ‘her own woman’, het feit dat ze ooit first lady was, lijkt puur bijzaak. In Op reis met Hillary Clinton beschrijft BBC-journalist Kim Ghattas hoe Clinton als minister de taak heeft het aangetaste imago van de Verenigde Staten in de rest van de wereld na acht jaar Bush op te vijzelen, maar en passant haar eigen imago een nieuwe lading geeft. Een relaxt ogende minister die onvermoeibaar veel reist – ze legt het grootste aantal kilometers af en bezoekt de meeste landen ooit; die een waanzinnige dossierkennis heeft en haar tegenstanders in discussies altijd serieus neemt, ook als die niet naar haar antwoord luisteren, zoals tijdens een bijeenkomst in Pakistan waar een zwaar anti-Amerika sentiment heerst. In de publieke opinie verandert Clinton van kille verliezer in een humoristisch en succesvolle diplomaat. Deze maand verschijnt Clintons eigen boek Hard Choices, over die turbulente tijd als minister van Buitenlandse Zaken.

Haar nogal gecompliceerde band met de pers herstelde ze door consequent een roedel journalisten, onder wie Ghattas, mee te nemen op haar reizen, zodat er in de VS direct melding wordt gemaakt als Clinton succes heeft in het buitenland. New York Magazine ziet in Hillary’s geschiedenis een bijkans Bijbelse transformatie. Het ministerschap is niet zomaar een baan, nee, het is ‘een reinigingsritueel, het trekt een lijn tussen het heden en haar vele verledens als first lady, als campagneverliezer…’

De Hillary die vier jaar later, in 2012, aangeeft niet verder te willen als minister, is dan ook een totaal andere vrouw dan de ietwat aarzelende die aan het ambt begon. En al helemaal een andere vrouw dan de bedrogen echtgenote van midden jaren negentig. Ze is, inderdaad, getransformeerd van verliezer naar een goedlachse, succesvolle topvrouw, compleet met eigen internet meme ‘Texts from Hillary’.

II Wees vrouwelijk (maar niet bescheiden!)

Lange tijd trapt Clinton in dezelfde val als duizenden andere vrouwen: ze is ijverig, haalt goede cijfers, werkt hard en weet veel, maar werkt vooral náást heel machtige mannen, haar feministische idealen ten spijt. Een veelzeggende anekdote van Robert Reich (oud-minister van Sociale Zaken onder Bill Clinton) gaat over de tijd dat hij samen met Hillary Rodham en Bill Clinton studeerde aan de Yale University: ‘Als de professor een vraag stelde, was Hillary de eerste die haar hand opstak en meestal gaf ze nog het goede antwoord ook. Ik stak ook wel eens mijn hand op, maar ik had het vaak fout. En Bill, die was er meestal niet.’

Biograaf Carl Bernstein wijt die houding aan haar instinct om de volgzame dochter te zijn: Hillary Rodham groeit op onder de tirannie van een dominante vader die haar slaat bovendien (een feit dat zijzelf overigens nooit erkend heeft). Tegelijkertijd is het wel dankzij het team dat ze vormt met echtgenoot Bill, dat ze de kans krijgt op eigen invloed. Hoogleraar aan de TU Eindhoven en Amerika-deskundige Ruth Oldenziel: ‘De Clintons zijn, anders dan politieke families als de Bush’ en de Kennedy’s, nieuwkomers. Zij hebben zichzelf uitgevonden. De Clintons zijn een familiebedrijf, en net als in een gewoon familiebedrijf draait de vrouw voor 100 procent mee, ze staat in de winkel. En dus beslist zij mee.’

De mislukte race om het presidentschap van 2008 lijkt bovendien voor een deel te wijten aan het feit dat Clinton nadrukkelijk niet als vrouw wordt neergezet. Hillary legt haar lot tijdens die campagne in handen van een (te) kleine groep mensen. Met name Mark Penn is daarin belangrijk. In een reconstructie schrijft Vanity Fair: ‘Hillary’s chief strategist bleek een ouderwetse seksist die haar kracht als vrouw niet waardeert. Hij en Bill Clinton staan erop dat ze zich niet profileert als vrouw but tougher than any man.’ Dat ze die aanpak aanvankelijk omarmt, is niet zo gek: in haar ervaring is jezelf presenteren als vrouw dé manier om te mislukken. Immers: vrouwelijk staat gelijk aan emotioneel, en emoties zijn een no go voor vrouwen in de politiek. Die campagnestrategie deed Hillary’s toch al harde imago geen goed: door haar voor te stellen als keiharde manager werd ze nog minder benaderbaar, en het publiek zag haar als one of the boys, in plaats van als de eerste mogelijke vrouwelijke president, bepaald een noviteit.

Maar ook daarvan lijkt Clinton te hebben geleerd: als minister omarmde ze ‘de vrouwenzaak’ en zette ze zich er onvermoeibaar voor in. Ze benoemde meteen goede vriendin Melanne Verveer als ambassador at large voor vrouwenzaken. Zelf gaf Clinton Amerikaanse vrouwen die nog altijd moeizaam de top bereiken steeds dezelfde boodschap mee: stop met zeuren, en step up to the plate.

Die nieuwe aanpak zal haar vermoedelijk geen windeieren leggen, mocht ze inderdaad gaan voor een presidentschap. Time analyseerde hoe Barack Obama tussen 2008 en 2012 een belangrijke 4 procent steun verloor van blanke vrouwen. Dat hij opnieuw won, dankte hij aan het feit dat hij de minderheden naar de stembus wist te krijgen. Van Clinton wordt verwacht dat ze zowel minderheden als vrouwen aan zich zal weten te binden. Een combinatie die, volgens Time, een aardverschuiving teweeg zou kunnen brengen.

III Keep your friends close

In de bijna 25 jaar dat Bill, Hillary en dochter Chelsea deel uitmaken van het Amerikaanse publieke leven is er een hechte organisatie ontstaan die door de media doorgaans wordt aangeduid als ‘Clintonworld’: een groep doodloyale adviseurs, werknemers en vrijwilligers, die de Clintons soms al kennen uit hun beginjaren in Little Rock, Arkansas, en die hun professionele leven danken aan de familie. Deels komt dit doordat het Amerikaanse politieke systeem zo werkt, aldus Ruth Oldenziel: ‘Mensen scharen zich in dat systeem rond een partijleider en verbinden hun lot daaraan: als je kandidaat verhuist, dan doe jij dat ook. Maar de Clintons weten mensen ook echt aan zich te binden, een talent dat Obama veel minder heeft. Zij schrijven bedankkaartjes, bellen mensen persoonlijk op om hen te bedanken. Dat creëert wederzijdse steun.’

In Clintonworld is een speciale sectie ingeruimd voor de vaste adviseurs van Hillary: Hillaryland, een geuzennaam uit de tijd dat zij nog first lady was en haar medewerkers kantoor hielden in de West Wing van het Witte Huis (‘In Hillaryland werd nooit iets gelekt en alle kinderen wisten waar de koekjestrommel stond’). Vrijwel alle leden van het oorspronkelijke Hillaryland zijn vrouw, al dan niet van een etnische minderheid, en Hillary nam ze ook na haar tijd als first lady met zich mee. Vriendin Verveer en Hillaryland-veteraan Patti Solis-Doyle waren beiden betrokken bij haar campagne voor de Senaat in 2000 en haar kandidatuur voor het presidentschap in 2008. Een van haar oud-medewerkers is verantwoordelijk voor Ready for Hillary, een zogenoemd Super PAC (Political Action Committee) dat als doel heeft fondsen te werven voor het geval Clinton zich in 2016 daadwerkelijk kandidaat stelt. De teller voor Ready for Hillary stond eind 2013, een jaar na de oprichting, op 4 miljoen dollar.

Maar Clintons loyaliteit is niet gratis, tenminste, dat is anno 2014 sterk het vermoeden. Oldenziel: ‘Er gaan serieus te nemen geruchten dat Clinton in ruil voor haar steun aan Obama in 2008 op haar beurt zijn steun heeft gevraagd, mocht ze zich ooit kandidaat stellen. Dat wordt natuurlijk nergens bevestigd, maar het lijkt erop dat hij dat ook gaat doen. En dat heeft consequenties: als Obama dat doet, betekent dat dat hij zijn eigen vicepresident Joe Biden bijvoorbeeld niet kan steunen en van Biden is bekend dat hij ook presidentiële ambities heeft.’

IV Wees strategisch

Clinton zou op het grasveld voor het Witte Huis kunnen gaan staan roepen dat ze echt niet meedoet aan de presidentsverkiezingen en dan nóg zou niemand haar geloven, aldus een wat vermoeide Clintonmedewerker in Time. Hij voegt daaraan toe: ‘When she says she hasn’t decided, she hasn’t decided.’ Dat klinkt plausibel: Clinton weet als een van de zeer weinigen hoe zwaar het presidentiële ambt is. Ze zou de kans op nog een paar rustige jaren met man, kind en aanstaand kleinkind definitief gedag zwaaien als ze besluit zich kandidaat te stellen.

En toch. De buzz rond haar mogelijke kandidaatschap is sinds haar afscheid als minister onverminderd sterk, de stroom ‘will she/ won’t she’- artikelen in de Amerikaanse media schier onophoudelijk. En volgens sommigen is dat precies haar bedoeling. Door constant in het nieuws te blijven maar niet duidelijk te maken of ze kandidaat is of niet, blijft Clinton relevant. Airtime die ze, als ze het had moeten inkopen als reclame, nauwelijks had kunnen betalen.

Pure strategie, aldus commentatoren. Zolang zij zich niet kandidaat stelt, durven anderen het ook niet. Geldschieters geven hun geld immers niet uit aan een ander als de kans bestaat dat Clinton zich straks tóch kandideert. En zolang ze geen officiële kandidaat is, is ze relatief veilig voor de aanvallen vanuit het Republikeinse kamp, dat haar in haar tijd als first lady afwisselend placht neer te zetten als kwade genius, lesbienne, Lady Macbeth of alle drie.

Ook haar buitenlandbeleid wordt gezien als één grote aanloop naar een mogelijke kandidaatsstelling. Haar tegenstanders wijzen er graag op dat ze zich als minister van Buitenlandse Zaken niet heeft durven branden aan écht ingewikkelde dossiers. En dat haar daarom – afgezien van de tragische doden op de Amerikaanse ambassade in Benghazi – ook niet veel te verwijten valt. Allemaal slimme tactiek, menen zij.

De biografie Hard Choices, die deze maand gelijktijdig in de VS en Nederland verschijnt, zal Clinton echter neerzetten als vastberaden staatsvrouw, een diplomate die niet bang is knopen door te hakken – een beeld dat ze verder zal willen uitrollen, zo is het vermoeden, in een eventuele campagne.

Nee, in de VS, en ver daarbuiten, geloven ze het pas als Clinton een heus Shermanesque Statement maakt. Een verwijzing naar William Sherman, de Republikeinse kandidaat uit 1884, die bedankte voor de eer met de woorden: ‘I will not accept if nominated and will not serve if elected.’ Tot die tijd is zij de eerste vrouwelijke president. Al denkt zij er dus nog even over na.

Dit profiel verscheen in het juninummer van Opzij, 2014.

# Hard Choices verschijnt bij Uitgeverij Balans als Hillary Rodham Clinton. Mijn jaren als minister van Buitenlandse Zaken